Ze zit voor het raam in haar schommelstoel; oud en eenzaam.
Een beeld dat je veel ziet bij ouderen in onze maatschappij. Je wordt oud en soms zelfs oer-oud en mensen om je heen vallen weg. Wat er overblijft ben jij. Met je verhalen, met je verdriet en met je eenzaamheid.
Wat we ons niet altijd realiseren is dat mensen met dementie ook eenzaam kunnen zijn. Want hoe ver gevorderd in hun proces ook; het verlies van dierbaren blijft hangen.
Of het een echtgenoot is of een zus, mensen waar ze veel van gehouden hebben en waar ze diep mee verbonden zijn geweest, blijven altijd bij hen. En verlies van deze mensen zit heel diep in hun lichaam.
Dit voel ik ook bij deze lieve mevrouw in haar schommelstoel:
Eerst verloor ze haar man, haar maatje. Voor hem was ze uit een ander land gekomen en nu was hij weg. En hoewel ze vindt dat het zo beter is, dat hij nooit alleen achter had kunnen blijven, is ze iedere dag verdrietig.
Nog niet zo lang geleden overleed haar oudste en beste vriendin. Zij kwam heel vaak langs in het huis waar ze nu woont en deed dan haar haren, nam haar mee naar buiten en sprak met haar over vroeger.
En nu zijn deze 2 dierbare mensen er niet meer. Alleen gelaten in haar schommelstoel wil zij er ook niet meer zijn: waarom nog? Haar kinderen zijn volwassen en haar zus woont veel te ver weg.
Uit het raam springen levert haar hooguit een gebroken been op en in de Waal springen is te ver weg. Zo reëel is haar wens.
Dus blijft ze maar en één keer in de paar weken kom ik bij haar en mag ze bij mij praten over haar gevoel en in de tussentijd ontspan ik haar lichaam.
Het is heel fijn voor haar om deze echte gevoelens uit te mogen spreken zonder oordeel van mij en met mijn onvoorwaardelijke aandacht.
“Wat ben je een fijne zeurpaal”, zegt ze als ik weer ga. Ik vind het een prachtig compliment.