Met bewondering en respect keek ik vorige week naar de uitzending van Five Days Inside met Geraldine Kemper.
Deze uitzending ging over een, mij bekende, afdeling met mensen met jong Dementie.
Het was mooi om te zien hoe respectvol er met de bewoners wordt omgegaan. Hoe helder er gecommuniceerd wordt.
Deze mensen weten ècht waar het om gaat: je bewoners voor vol aanzien of zoals ik het altijd zeg: contact maken met dat wat nog héél is.
Ik snapte ook de reactie van Geraldine: zij was bij tijd en wijle heftig geshockeerd over wat dementie met mensen doet. Hoe ze veranderen en hoe ego en patronen verdwijnen en gedrag verandert.
Haar uitroep “er blijft niks meer over” begreep ik van haar uit, maar ik ben het daar niet mee eens.
Er blijft nog veel over bij mensen met dementie. Natuurlijk; de persoon die je kent verandert en delen veranderen, maar de kern blijft. Dat wat iemand hem/haar maakt blijft diep van binnen heel en daar kun je contact mee maken.
Dat bleek uit het mooiste stukje van de uitzending: Geraldine zit met een bewoonster en haar man op het balkon. Deze mevrouw is erg verzonken in zichzelf, bijna opgesloten. Ondanks dat communicatie vrijwel onmogelijk lijkt, verschijnen er tranen op haar wangen bij de vraag van Geraldine over thuis. “Zou ze me toch verstaan hebben?”, vraagt ze.
Haar man wist het niet zeker, maar ik wel: mensen met dementie horen alles en af en toe komt er ook iets binnen. Iets wat raakt, diep van binnen.
Dat is waar ik in mijn behandeling Cranio altijd naar opzoek ga: dat wat nog heel is en dat wat nog geraakt kan worden. Zodat je van daaruit kunt thuis komen.