Ze zit heerlijk in de prachtige tuin van het huis waar ze woont. Ze geniet altijd van de mooie bomen en alles wat groeit en bloeit. Vandaag niet. Ze is onrustig en praat op een moppertoon.
Deze toon herken ik van de begintijd dat ik bij haar kwam. Ze was toen veel boos en je kon haar moeilijk benaderen. Na een paar Cranio behandelingen kon ze weer diep ontspannen en vooral genieten van alles om haar heen!
Maar nu voel ik dus weer spanning in haar lijf: haar darmen staan strak als ik mijn hand er op leg en ik voel de onrust.
Aan de langslopende verzorgende vraag ik, in een opwelling: “was de vrijwilligster hier vanochtend?”. Dit was inderdaad het geval. Nou wil ik hier niets akeligs over vrijwilligers schrijven. Sterker nog: ik waardeer en respecteer enorm wat zij allemaal doen in huiskamers van verpleeghuizen! Zonder hen draaiden al die afdelingen een stuk minder goed.
Maar helaas heb je er ook bij….. Het is een kunst om de mens met dementie te zien zoals zij (in dit geval) is: iemand van het moment. Iemand die nu kan genieten of iemand die nu iets uit het verleden verwerkt, iemand die nu verdrietig is of iemand die gewoon even bij zichzelf is. Niet de persoon die ze was: die is definitief weg, ze leeft vooral nog bij de mensen om haar heen, die haar van eerder kennen. Maar die persoon is ze niet meer, sterker nog; ze herkent niets in het beeld dat zo’n bezoeker of vrijwilliger van haar heeft! En dat geeft dus onrust. Ik voel het in alles bij deze lieve mevrouw. Het duurt lang voordat ze zich kan overgeven aan mijn handen en weer in een diepe ontspanning kan komen.
Helaas streeft het bezoek van de vrijwilliger het doel dus voorbij: voor wie is dit gezellig? Niet voor haar; zij heeft de rest van de dag nodig om weer in haar rust te komen.
Jammer van de tijd van beiden. En ook een beetje van de mijne….